Schiphol en omgeving moeten opnieuw in verbinding gebracht worden
Dinsdag 17 december 2019
Drs. Pieter van Geel
Schiphol is ‘verweesd’ geraakt. De omgevingspartijen voelen zich geen mede-eigenaar van de luchthaven. Iedereen verwijst voor oplossingen naar de regie van het Rijk. Maar gedragen oplossingen zonder bijdrage van de omgeving zijn ondenkbaar. Daarom zijn er vernieuwde verbindingen noodzakelijk. Dat stelt oud-staatssecretaris Pieter van Geel vandaag in zijn evaluatie van de Omgevingsraad Schiphol. Hij was daarom door de minister van IenW gevraagd nadat begin dit jaar het overleg tussen de partijen in de Omgevingsraad Schiphol stuk liep op de onderhandelingen over de ontwikkeling na 2020.
Voor zijn rapport “Schiphol vernieuwd verbinden. Evaluatie en tussentijds advies governance en participatie” voerde Van Geel tal van gesprekken en overleggen met deskundigen en betrokken partners. Hij nam waar dat iedereen langzaam maar zeker is afgehaakt. Maar stelde ook vast dat de impact van Schiphol zo alom voelbaar is dat het simpel doorschuiven naar ‘Den Haag’ zonder betrokkenheid van de omgeving geen enkele optie is.
Er is weer een gemeenschappelijk doel noodzakelijk om bruggen tussen opvattingen te slaan. Voor Van Geel zou dat de wil kunnen zijn om het leefklimaat in het gebied rondom Schiphol te verbeteren en hinder te verminderen: “Ontwikkeling van Schiphol is alleen dan mogelijk indien er voor de omgeving een geloofwaardig pad is uitgestippeld om het leefklimaat te verbeteren. En als er weer verbinding kan komen tussen betrokkenen, zodat Schiphol voor de omgeving weer een beetje van ‘ons’ kan worden”.
Van Geel ziet geen ruimte op basis van zijn gesprekken om het overleg in de Omgevingsraad Schiphol voort te zetten zonder ingrijpende herziening van het samenwerkingsmodel. Zo bepleit hij een steviger rol van de rijksoverheid. De rijksoverheid staat volgens Van Geel aan de lat om een verbeterde bescherming van de gehele omgeving te borgen. Hij ziet daar mogelijkheden voor in de vorm van het definiëren van een minimum-leefkwaliteit in combinatie met een normstelling en monitoring van het feitelijk aantal gehinderden.
Daarnaast worden in het rapport drie alternatieve modellen voor samenwerking in de regio geschetst. Deze modellen onderscheiden zich van het bestaande model van de Omgevingsraad doordat zij sterk op de regio zijn gericht, in plaats van op het nationale beleid. Daarnaast zijn de drie modellen veel meer gericht op de uitvoering van concrete hinderbeperkende maatregelen en versterkingen van de leefkwaliteit in de luchthavenregio. Het gaat er Van Geel om dat verbeteringen van de leefomgeving gezien en gevoeld gaan worden, niet op papier, maar bij de mensen thuis.
In zijn (tussentijds) advies maakt Van Geel zelf geen keuze tussen de drie modellen waarmee die doelstelling zou kunnen worden bereikt. De modellen verschillen onderling van elkaar doordat het voortouw voor de verbetering van de leefkwaliteit steeds bij een andere partij wordt belegd: het Rijk, Schiphol of een onafhankelijke gebiedsregisseur. De minister heeft gevraagd aan Van Geel om de modellen komende maanden verder uit te werken en dan met een eindadvies te komen.
Het volledige rapport kunt u hier teruglezen en de aanbiedingsbrief kunt u hier teruglezen.
Bij overige vragen kunt u contact opnemen met Johan Weggeman (06 -52 59 69 05) die de woordvoering door Pieter van Geel coördineert.